overlay color

Nieuws

Interview Stella Maris 12
30-01-2023
MARIS STELLA’S WALL OF FAME: TINNE VAN DER STRAETEN

Maris Stella verliest haar oud-leerlingen niet uit het oog. We volgen op de voet welke wegen onze ex-studenten inslaan en waarheen het leven hen leidt. Daarom richtten we de ‘Wall of fame’ op, een groeiende verzameling interviews met afgestudeerden die hun talenten op een interessante wijze hebben ontwikkeld.

Deze maand spraken we met niemand minder dan Tinne van der Straeten. Onze huidige minister van Energie en lid van Groen, nodigde ons uit op haar kabinet in Brussel voor een persoonlijk interview. Als oud-leerling van Maris Stella gaf ze inzage in haar persoonlijke ervaringen als politica, haar herinneringen aan onze school en haar visie op de toekomst betreffende klimaat en energie.

 

 

In welk jaar bent u afgestudeerd aan onze school en binnen welke richting?

 

Ik weet het niet meer zeker, maar ik denk 1996. Maris Stella moet het maar even opzoeken in haar archieven. De richting waarbinnen ik ben afgestudeerd is Latijn-Moderne Talen.

 

Waarom koos u destijds voor deze richting?

 

Ik hield en houd me nog steeds graag bezig met talen. Ookal moet ik toegeven dat dit misschien een positieve invulling is achteraf. Destijds heb ik vooral de keuze gemaakt omdat er binnen deze richting minder uren wiskunde werden gegeven. Daarna heb ik wel de keuze gemaakt om Afrikaanse talen en culturen te studeren. Ik lees ook zeer graag. Ik ben in de eerste plaats een taalkundige en dan een jurist. Latijn was wel een zeer bewuste keuze. Dat heb ik erg graag gedaan!

 

Aan welk instituut heeft u verder gestudeerd en binnen welke richting?

 

Zoals gezegd heb ik gekozen voor Afrikaanse talen en culturen binnen de universiteit van Gent. Het boeide me om te kiezen voor talen die ik nog niet kende. Ik wilde eigenlijk erg graag klassieke filologie studeren. Maar op Maris Stella had je toen niet de richting Latijn-Grieks. Aangezien ik dus nooit Grieks had gekregen, leek dit mij niet het beste idee.

 

Binnen Afrikaanse talen en culturen ben ik afgestudeerd in 2000. Toen ben ik beginnen werken aan de UCL en verhuisd naar Brussel. In 2004 ben ik rechten gaan studeren in avondonderwijs aan de VUB.

 

 

 

Mag ik vragen waarom u de drang had om nog een studie rechten aan te vatten?

 

Binnen de richting Afrikanistiek hadden we toen les van prof. Jan Blommaert. Deze legde een sterke focus op sociolinguïstiek. Ik ben met mijn diploma ook altijd meer aan de slag gegaan binnen het sociologische veld, dan binnen het taalkundige veld. Rechten is dan daarbij gekomen uit pure interesse. Ik had zin om nog iets bij te studeren.

 

Heeft u het gevoel dat u vandaag nog de vruchten plukt van uw studie Afrikanistiek?

 

Ja, vooral van het taalkundige en historische perspectief. Ik kreeg toen het vak De derde wereld in historisch perspectief van prof. Ruddy Doom. Hetgene wat ik daarvan onthouden heb is dat de centra van historische, culturele en economische macht altijd verschuiven. Kijk naar de wereld vandaag met de huidige energiecrisis en onze afhankelijkheid van Rusland. Een goed voorbeeld is waterstof. Dit hebben we nodig om onze industrie te gaan vergroenen. Je hebt grote hoeveelheden hernieuwbare energie nodig. Dit haal je in andere delen van de wereld waar er veel zon en wind aanwezig is. Deze groene elektriciteit wordt vervolgens omgezet in waterstof, die je dan brengt naar onze grote industriële centra. We zitten dus momenteel in een tijdsgewricht waar de verhoudingen aan het verschuiven zijn.

 

Waar kwam de passie voor het klimaat vandaan?

 

Eigenlijk vrij toevallig. Ik ben voor het eerst verkozen als parlementslid in 2007. Ik was toen 29 jaar. Toen de thema’s onderling werden verdeeld, wilde niemand werken rond klimaat en energie. Vera Dua, die toen voorzitter was, vond dit erg bij mij passen. Destijds genoot ik ook van een goede onderlinge verstandhouding tussen mijzelf en enkele andere parlementsleden. Door mij te verdiepen in de klimaatdossiers is mijn respect voor de energiesector enorm gegroeid en was ik in staat om een netwerk uit te bouwen. Het was dus een combinatie van nieuwsgierigheid, de wil om samen te werken met andere mensen en de motivatie om iets uit te pluizen tot op het bot. En zo heeft de sector mijn hart gestolen en dit is altijd zo gebleven.

 

Welke lessen en/of leerkrachten van Maris Stella zijn u bijgebleven?

 

Latijn deed ik erg graag. We hadden ook een leerkracht geschiedenis, van wie mij de naam nu even ontglipt, die mij enorm is bijgebleven. Ik herinner me dat we bij hem ooit eens hadden gepleit voor het feit dat we meer proefwerken moesten krijgen die gebaseerd waren op inzicht. Dat had die dan ook gedaan en toen waren we allemaal gebuisd (lacht). Ook de leerkracht Nederlands, Ria Geerts, vond ik fijn omdat zij erg graag las.

 

Hoe herinnert u zich de sfeer binnen onze school? Heeft u er mooie ervaringen opgedaan?

 

Ja, absoluut. Zeker tegen het einde met bvb. de 100 dagen. Het aangename aan de school is de vele open ruimte en warme sfeer. Er zijn ook nog steeds enkele klasgenoten waar ik af en toe mee afspreek. Ookal woon ik momenteel in Brussel, heb ik nog steeds een connectie met Malle via mijn familie.

 

Wij profileren ons graag als ‘groene school’ en zetten ons op diverse vlakken in voor milieubewustzijn en de mentale/fysieke gezondheid van onze leerlingen. Hoe kan, volgens u, een school (en haar leerlingen) zich actief inzetten voor een ecologische toekomst?

 

Ten eerste is het belangrijk dat we, doorheen lessen en lespakketten, hier op een holistische manier naar kijken. De sector energie en klimaatverandering vraagt vaak om technische oplossingen. Terwijl we niet mogen vergeten dat de strijd tegen klimaatopwarming niet alleen maar een technisch karakter heeft. Het gaat ook over gedragsverandering en iedereen meenemen in een positief verhaal. Het is een transitie van ‘mensen’. We hebben niet enkel ingenieurs nodig maar ook bvb. filosofen en sociale wetenschappers. Iedereen kan een rol spelen in dit grote verhaal.

 

Ten tweede is het opvoeden van jongeren tot kritische en gedreven mensen belangrijk. Een school moet hen leren om vragen te blijven stellen. Is dit wel zo? Waarom is dit zo? Kennis bijbrengen is fundamenteel maar evenzeer de methode, de manier waarop we omgaan met kennis. We leven meer en meer in een wereld waarbinnen we feitenvrij discussiëren, in een Twittersamenleving. Het is cruciaal om binnen zo’n context aan jonge mensen de basis bij te brengen over het functioneren van social media en de vragen die we hierover kunnen stellen.

 

Vele mensen maken zich vandaag zorgen over de globale klimaatproblematiek en de huidige energiecrisis. In de voorbije jaren heeft ook de jeugd van zich laten horen via een duidelijk klimaatactivisme. Hoe stelt u hen gerust?

 

Ik hoor vaak van jongeren het verwijt dat wij als politici niet durven benoemen dat er echt een probleem is. Ik probeer als minister steeds te vertrekken vanuit hoop en toekomstperspectief, maar ik merk dat er van hen uit soms wat weerstand is tegen een te positief verhaal. Jongeren willen niet dat wij alles minimaliseren. Gesprekken met jongeren maken een grote indruk op mij. Ik ervaar van hen uit geen weerstand tegen een positieve boodschap maar ze eisen wel aandacht voor het feit dat onze huidige klimaattoestand precair is. In die zin vond ik het klimaatboek van Greta Thunberg erg goed omdat ze daarin stelt dat hoop niet enkel iets positief is, maar ook iets is dat moet vorm krijgen via actie. Dit inspireert mij als minister om de zaken zelf vast te pakken en deze boodschap ook naar anderen uit te dragen. Dit betekent niet enkel je verwarming een graad lager zetten, maar ook bvb. naar school gaan om jezelf te ontwikkelen tot een kritische jongere en daarna een goeie job te vinden.

 

Als energieminister komt u ook vaak met jongeren in contact. Gelooft u dat de toekomstige generatie onze problemen zal oplossen?

 

Absoluut! Ik ben daar echt van overtuigd. Mijn neefje moet in zijn laatste jaar een geïntegreerde proef maken over wind op zee. Binnenkort gaan we samen op bezoek bij de controlekamer van het grootste windmolenpark van de Noordzee. Hij had enorm veel vragen voor me, die mij zelf ook zaken hebben bijgebracht. Als ik zie hoe hij daarmee aan de slag gaat, dan ervaar ik een enorm enthousiasme.

 

Dat wil echter niet zeggen dat onze huidige generatie zijn verantwoordelijkheid niet meer moet nemen. Het welslagen van latere generaties zal afhangen van onze initiatieven. De volgende 10 jaar zijn cruciaal en we mogen de uitdagingen niet zomaar doorschuiven. Er zijn op dit moment ook zeer veel zaken die wij nog niet weten. Binnen de periode 2040-2050 komen er bvb. kleine nucleaire kerncentrales die geen afval produceren. Kunnen we gebruikmaken van getijdenenergie? Worden de windmolens op land nog groter? Hoeveel hernieuwbare energie kunnen we invoeren in de toekomst? Dit zijn allemaal vragen die zij zullen moeten beantwoorden. Maar ik geloof dat, als de bereidheid bestaat, zij dan ook sowieso oplossingen zullen vinden.

 

De wereld van de Wetstraat is veeleisend en soms hard. Zou u een jongere een carrière aanbevelen binnen de hedendaagse politiek?

 

Als wij als samenleving erin slagen om jongeren op te voeden tot kritische, veerkrachtige wezens, dan zeker wel! Politici worden soms genegeerd door Twitter en andere social media. Maar het is aan ons om dit van binnenuit te veranderen. Het politieke landschap heeft mij zeker voldoening. Ik heb wel het geluk gehad om minister te worden binnen een veld dat ik zelf zeer goed ken. Ik kom uit de energiesector, ik ben er ook door gepassioneerd. Ik had zelf mee onderhandeld over het regeerakkoord, dus ik was op de hoogte van elk aspect. Ik heb toen zelf de vrijheid en de ruimte genomen om mijn eigen team samen te stellen. Ik heb veel kunnen realiseren. We gaan onze windmolencapaciteit op de Noordzee verdrievoudigen. We zijn als klein land momenteel de tweede grootste speler op vlak van windmolens. Ook kwam er de eerste federale waterstofstrategie, het laagste energietarief op de markt hebben we uitgebreid, het Europese gasplafond is er gekomen, etc. .

 

Ik ben uiteraard minister binnen moeilijke omstandigheden. Toen ik aantrad was het plan nog steeds om alle kerncentrales te sluiten. Door de oorlog in Oekraïne hebben we dat moeten aanpassen naar 5 sluiten en 2 openhouden. Ik heb echter wel enkele zaken structureel kunnen veranderen. De voldoening als minister komt dus niet door grote verklaringen te doen tijdens persconferenties maar door het effectief realiseren van een aantal zaken.

De coronacrisis heeft mij de kans gegeven om in de luwte klimaatdossiers uit te werken. Door de oorlog in Oekraïne moesten we bijschakelen en met Engie onderhandelen over een maximumtarief. Het enige wat je volgens mij dus nodig hebt om in de politiek te gaan is een flexibele geest. Het vermogen om bereid te zijn je aanpak aan te passen binnen een wereld die constant verandert.

 

Welke boodschap zou u nog willen meegeven aan onze leerlingen, die aan de vooravond staan van hun volwassen leven?

 

Doe wat je graag doet, dan kan er niet zoveel misgaan. Als je iets graag doet, dan zul je altijd voldoende energie vinden om dat tikkeltje extra te doen. Zo sta je gelukkig in het leven en komt zeker alles in orde.

Interview Stella Maris 5
Interview Stella Maris 1